Uitspraak Klachtencommissie Cliënten GGZ Delfland
Op het klaagschrift van
Mevrouw, klaagster
tegen
GGZ Delfland, gevestigd te Delft,
ten deze vertegenwoordigd door:
De heer, psychiater.
De klacht is ter zitting behandeld op 24 februari 2023. Daarbij waren aanwezig:
Mevrouw (hierna: klaagster), bijgestaan door
mevrouw , patiëntenvertrouwenspersoon
En namens de zorgaanbieder:
De heer , psychiater
Mevrouw , coassistent
Namens de klachtencommissie waren aanwezig:
de heer prof. mr. , voorzitter
de heer drs. ,psychiater en
de heer , lid,
Ambtelijke ondersteuning werd verleend door mevrouw .
Stukken
- Klaagschrift, 26 januari 2023
- Schriftelijke reactie op het klaagschrift, ontvangen op 1 februari 2023
Klaagster heeft toestemming verleend aan de klachtencommissie om haar medisch dossier in te zien, indien en voor zover dat voor de beoordeling van de klacht relevant zou zijn. Van deze mogelijkheid heeft de klachtencommissie gebruik gemaakt. Tevens heeft klaagster verweerders toestemming verleend gebruik te maken van haar medische gegevens ten behoeve van het opstellen van hun verweer.
Klacht
Het klaagschrift d.d. 26 januari 2023 van mevrouw, (hierna: klaagster) betreft de volgende klachten:
- het beperken van het recht op het ontvangen van bezoek (art. 3:2 lid 2 sub i Wvggz);
- beperking van de bewegingsvrijheid (art. 3:2 lid 2 sub b Wvggz);
- beperkingen opgelegd om het leven naar eigen inzicht in te richten; daaronder beperking van het gebruik van communicatiemiddelen zoals haar telefoon(art. 3:2 lid 2 sub h Wvggz);
- de overplaatsing naar een andere afdeling.
Feiten
Mevrouw verblijft vanaf 29 december 2022 op de gesloten afdeling Ridder 5 van de zorgaanbieder. Het verblijf is aangewezen vanwege, onder andere, het aanzienlijk risico op levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel. Bij beschikking van 7 september 2022 heeft de Rechtbank een nadere machtiging voor het verlenen van verplichte zorg afgegeven. De verplichte zorg waar mevrouw over klaagt zijn in de beslissing verlenen verplichte zorg van 19 oktober 2022 en twee beslissingen van 25 januari 2023 opgenomen.
De klacht nader toegelicht
Klaagster licht toe dat zij zich ontheemd voelt op afdeling Ridder 5. Ze wil daar niet zijn. In combinatie met de beperkende maatregelen is de situatie onhoudbaar voor haar. Ze voelt zich gevangen. Klaagster uit zich in een wanhopige een deels gelaten toestand tijdens de zitting. De opgelegde beperkingen maken de toestand voor haar ondraaglijk. Ze wil graag zelfstandig naar buiten kunnen, evenuteel onder begeleiding. Ze vindt dat ze is opgesloten in het gesticht en kan met niemand (fatsoenlijk) praten. Momenteel mag er bezoek langs komen, zij het onder begeleiding en alleen in de huiskamer. Het bezoek moet eerst bellen en mag al dan niet langskomen, als groen licht gegeven wordt. Klaagster geeft aan dat de maatregelen zijn opgelegd om te voorkomen dat zij medicijnen en drugs van buitenaf krijgt.
Haar dagen zijn zwaar, er is geen dagbesteding waarmee zij haar dag door kan komen. De aangeboden traumabehandeling is geregeld niet doorgegaan.
De patiënt vertrouwenspersoon licht toe, dat de maatregelen wel uiterst beperkend zijn. Zij vraagt zich af of er minder streng omgegaan kan worden met de maatregelen. Zoals bijvoorbeeld in geval van een verjaardag – je verwacht dat je op deze bijzondere dag bezoek kunt ontvangen.
Verweerder legt uit dat hij zich zorgen maakt over de huidige situatie en toestand van klaagster. De verplichte maatregelen zijn ingezet omdat klaagster op enig moment niet meer vrijwillig mee wilde werken aan gemaakte afspraken. Op dat moment zag hij als enige mogelijkheid het inzetten van verplichte zorg om onder andere levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel af te wenden. Tijdens de zitting wordt de beslissing van 25 januari 2023 met juiste vormen van verplichte zorg aangereikt.
Klaagster is erg ontvankelijk voor slechte invloeden van buitenaf. Deze factoren tezamen zorgen ervoor dat betrokkene reeds diverse malen onder invloed van gedragsbeïnvloedende middelen is aangetroffen en ook meermaals is ingestuurd in het ziekenhuis omdat de somatische toestand van betrokkene als gevolg hiervan bedreigd werd. De overplaatsing naar ridder 5 brengt een hoop stress mee voor betrokkene en hierdoor is er ook een toename gezien van deze events. Daarom is het juist nu van belang om betrokkene zoveel mogelijk te beschermen, dit is momenteel alleen mogelijk door de inzet van de verplichte zorg in de vorm zoals eerder genoemd. Er vinden regelmatig evaluatiegesprekken plaats met betrokkene en waar mogelijk wordt met betrokkene meegedacht om de negatieve gevolgen van de restricties zoveel mogelijk te beperken. Ook wordt middels medicamenteuze interventies en traumatherapie getracht om betrokkene de komende weken weer te stabiliseren. Het vroegtijdig opheffen van de verplichte zorg wordt niet mogelijk geacht, daar het risico op ernstig nadeel voor betrokkene momenteel nog sterk verhoogd ingeschat wordt.
Klaagster kan anders functioneren, maar dat lukt haar op dit moment niet. Ze heeft zelfstandig gewoond, en dat ging niet goed. Ze laat steeds hetzelfde patroon zien en daar zijn zorgen over. Na drank en drugsgebruik gaat het bergafwaarts. Momenteel zijn er geen mogelijkheden om anders te handelen. De maatregelen zijn ingezet en er wordt zeer frequent bekeken wat nodig en mogelijk is. Zo mag mevrouw bezoek ontvangen onder voorwaarden en na beoordeling of de situatie het toelaat. Daarnaast zijn afspraken gemaakt omtrent het bellen, dit kan met de afdelingstelefoon.
Tijdens elke dienst wordt aan klaagster een gesprek aangeboden. Er is geen dagprogramma op de afdeling, er wordt samen gekookt en er wordt steeds gekeken wat gedaan kan worden. De bechikbare activiteiten zijn elders op het terrein en het streven is dat mevrouw daar gebruik van kan maken zodra ze dat aan kan.
Beoordeling
Het verblijf op de afdeling, in combinatie met de huidige maatregelen valt klaagster zwaar, en brengt haar in een wanhoplige toestand. De klachtencommissie hoort dat zowel klager als verweerder liever een ander beeld zien dan het huidige beeld van klaagster. Verweerder voelt zich verantwoordelijk voor het welzijn van klaagster en zet zich hiervoor in met mogelijkheden die hij heeft en hem als passend en veilig voorkomen.
Op grond van artikel 8:9 Wvggz kan de zorgverantwoordelijke, voor zover dit ter afwending van een uit een psychische stoornis voortvloeiend ernstig nadeel noodzakelijk is, als uiterst middel beslissen tot het verlenen van verplichte zorg, zoals opgenomen in een crisismaatregel of zorgmachtiging.
Alvorens over te gaan tot toepassing van verplichte zorg zal de zorgverantwoordelijke nagaan of er wordt voldaan aan een aantal zorgvuldigheidseisen genoemd in artikel 8:9 van de wet. Daarnaast behoort ieder besluit tot verplichte zorg te voldoen aan de beginselen van proportionaliteit, effectiviteit, subsidiariteit en veiligheid.
Afgaande op het klaagschrift, de schriftelijke reactie op de klacht, hetgeen ter zitting door betrokkenen naar voren is gebracht en de relevante informatie uit het medisch dossier van klaagster, overweegt de klachtencommissie, met inachtneming van de Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg (Wvggz) als volgt.
Mevrouw werkt op enig moment op 25 januari 2023 niet meer mee aan gemaakte afspraken. Daarop wordt het besluit genomen tot het inzetten van verplichte zorg. De commissie is het met de zorgverantwoordelijke eens dat hoewel de maatregelen ingrijpend zijn, en de situatie door klaagster als buitengewoon zwaar en belastend wordt ervaren, de maatregelen proportioneel zijn om de veiligheid voor klaagster te waarborgen. Dat geldt ook voor de overplaatsing van klaagster naar een gesloten afdeling.
Voor wat betreft genoemde rechtmatigheidsbeginselen is de commissie van oordeel dat het bestreden besluit hiermee in overeenstemming is. Daarbij is overwogen dat beperkende maatrelen in de vorm van het beperken van het bezoekrecht, het beperken van communicatiemiddelen en bewegingsvrijheid noodzakelijk en effectief zijn voor de veiligheid van patiënte. Er is beargumenteerd dat er ook geen andere mogelijkheden zijn om het ernstig nadeel af te wenden , die doelmatig en effectief zouden zijn.
Dit alles leidt tot het oordeel dat het bestreden besluit niet strijdig is met de voorgeschreven en hierboven genoemde rechtmatigheidsbeginselen.
Voor wat betreft de procedurele- en zorgvuldigheidsnormen uit artikel 8:9 Wvggz heeft de commissie als volgt overwogen.
Bij beschikking van 7 september 2022 heeft de Rechtbank een aansluitende machtiging voor het verlenen van verplichte zorg afgegeven. De zorg waar mevrouw over klaagt is in de beslissing verlenen verplichte zorg van 19 oktober 2022 en twee beslissingen van 25 januari 2023 opgenomen. Daarnaast is er in de decursus uitgebreide informatie over de maatregelen en de beslissing terug te lezen.
Het bestreden besluit is gemotiveerd op schrift gesteld. Uit het bestreden besluit blijkt tevens dat klaagster op de beslisdatum is gezien en daarbij beoordeeld is op haar wilsbekwaamheid en actuele gezondheidssituatie. Vastgelegd is dat zij niet wilsbekwaam wordt geacht en dat er sprake is van levensgevaar voor betrokkene en/of ernstig nadeel voor anderen en/of gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
De beslissing
- De vier klachten van mevrouw zijn ongegrond.
De schadevergoeding
Nu de commissie de klacht ongegrond heeft verklaard, ziet zij geen reden om schadevergoeding toe te kennen.
Voorzitter
Secretaris
Deze beslissing is op 24 februari 2023 aan betrokkenen medegedeeld. Deze beslissing is op 6 maart 2023 op schrift aan betrokkenen toegestuurd.