Depotmedicatie


Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake                                     : [klaagster]

Klachtnummer                         : KC22-004

Instelling                                 : Pro Persona

Datum ontvangst klacht          : 19 januari 2022

Schorsingsverzoek                   : Gehonoreerd

Hoorzitting                              : 27 januari 2022

Datum uitspraak                      : 1 februari 2022

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[klaagster] (klaagster)

[PVP] (PVP)

 

[Verweerder] (verweerder)

 

[Voorzitter] (voorzitter klachtencommissie)

[Psychiater] (psychiater)  `

[Lid] (lid)

 

[Ambtelijk secretaris] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Juridische status

Zorgmachtiging

 

Klacht

Depotmedicatie

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 19 januari 2022 een klacht ontvangen, inclusief schorsingsverzoek, inzake (depot)medicatie als onderdeel van de verplichte zorg. Op 20 januari zijn partijen geïnformeerd over het schorsingsbesluit, de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting. Het verweer is op 21 januari 2022 per mail naar betrokkenen gezonden. Het verweerschrift is nagezonden per mail op 26 januari.

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 27 januari 2022. Bij die gelegenheid hebben partijen hun standpunt kunnen toelichten. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de volledige uitspraak uiterlijk op 2 februari 2022 schriftelijk naar partijen gezonden zal worden.

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

–           Ingediende klacht en klaagschrift;

–           Verweerschrift;

–           Medische verklaring d.d. 16-12-2021 en 5-7-2021;

–           Beslissing voldaan criteria d.d. 14-7-2021;

–           Bevindingen GD d.d. 7-7-2021;

–           Beslissing verlenen verplichte zorg d.d. 16-12-2021;

–           Crisismaatregel d.d. 16-12-2020, voortzetting CM d.d. 20-12-2021;

–           Beschikking en bijbehorende documenten zorgmachtiging d.d. 27-12-2021;

–           Info OM en brief cliënte m.b.t. CM 17-12-2021;

–           Aanzegging VZ d.d. 17-12-2021;

–           Mededeling voorbereiding ZM 2-6-2021 en beschikking zorgmachtiging d.d.22-7-2021;

–           Beslissing schorsing voorbereiding ZM d.d. 14-6-2021;

–           Informatiebrief verplichte zorg d.d. 22-12-2021;

–           Eigen plan van aanpak d.d. 25-6-2021;

–           Zorgplan en zorgkaart d.d. 2-7-2021;

–           Aanwijzing GD en lever gegevens d.d. 31-5-2021;

–           Levering historische maatregelen d.d. 31-5-2021;

–           Decursus periode 28-12-2021 t/m 20-1-2022;

–           Rapportage VPK 28-12-2021 t/m 20-1-2022.

 

 

Termijn

Het klaagschrift bevat een klacht tegen verplichte zorg als omschreven in artikel 10:3 Wvggz. Deze klacht heeft betrekking op een beslissing waarvan het gevolg actueel is. Om die reden ziet de klachtencommissie zich gehouden binnen twee weken na ontvangst van het klachtenformulier een schriftelijke en gemotiveerde beslissing te nemen. Deze termijn loopt af op 2 februari 2022.

 

Feiten

Klager is een [leeftijd] vrouw bekend met een schizofrene stoornis en psychotische ontregeling.

Op 27 december 2021 is een zorgmachtiging afgegeven voor de duur van 6 maanden.

 

Standpunten van partijen

Klaagster geeft ter zitting aan dat zij anders kijkt naar gezondheid en welzijn. Ze gaat uit van mogelijkheden en niet van verplichtingen. Ze erkent dat het een tijd niet goed met haar ging en dat ze last heeft van angsten. Als behandeling zou ze graag gesprekstherapie hebben in plaats van medicijnen in de vorm van een depot. Ze ervaart de uitingen van medewerkers over een voorgenomen depot als dreigend. Naast goede voeding, rust en vitaminen moet de motivatie voor herstel van binnen uit komen aldus klaagster. Ze is van mening dat de medicijnen vooral haar gevoel onderdrukken terwijl ze die gevoelens juist moet uiten en bespreken.

De PVP vult aan dat een depot erg indringend is en klaagster ook bang is voor bijwerkingen. PVP constateert dat hij geen 8.9 brief heeft gezien onder de zorgmachtiging.

 

Verweerder licht toe dat er ambulant al een aanvraag voor een zorgmachtiging werd voorbereid. Vanwege de schrijnende somatische situatie van klaagster is zij, na opname met een crisismaatregel, direct overgeplaatst naar [ziekenhuis]. Nadat klaagster voldoende hersteld was is zij teruggeplaatst bij Pro Persona. Verweerder was in de veronderstelling dat de verplichte zorg was gestart in het [naam] ziekenhuis en vervolg werd bij Pro Persona. Vandaag was hem gebleken dat dit niet goed was gegaan. Er was in het ziekenhuis geen 8.9 brief uitgereikt en de zorg was niet goed overgedragen tussen de instellingen waardoor de GD niet op de hoogte was van de zorgmachtiging. Mogelijk is de verplichte zorg wel toegepast in het ziekenhuis maar niet aangezegd. Dit wordt nu onderzocht aldus verweerder. Hij vult aan dat er vandaag een aanzegging voor depot voorbereid wordt bij Pro Persona met uitleg aan klaagster waarom dit nu pas gedaan wordt.

Ten aanzien van de motivatie voor depot licht verweerder toe dat er sprake was van een zeer ernstige situatie waarbij klaagster voeding en vocht weigerde. Zij durfde bijvoorbeeld niet te eten omdat ze bang was dat er dan operaties uitgevoerd zouden worden bij haar kinderen. Na een korte opname in het ziekenhuis was klaagster flink opgeknapt. Ambulant was al voorgesteld over te gaan op depot omdat klaagster medicatie ontrouw is en snel terugvalt. Er werd een zorgmachtiging aangevraagd die aanvankelijk niet werd afgegeven door de rechtbank. In die periode verslechterde het toestandsbeeld van klaagster en is alsnog een zorgmachtiging afgegeven. Verweerder geeft aan dat de cyclus van terugval als gevolg van het staken van inname van medicatie en daarna verplichte zorg om herstel in te zetten een bekend gegeven is bij klaagster. Er is een historie van moeizame en complexe medicatie inname aldus verweerder. Hij heeft er daarom onvoldoende vertrouwen in dat klaagster de medicatie langdurig vrijwillig zal innemen. Klaagster is angstig s nachts, zoekt dan contact met haar ex-man en stuurt appjes over haar angst over de kinderen.

 

Op vragen van de commissie geeft klaagster aan dat ze al langdurig angsten kent. Bij haar eerste opname, lang geleden, had ze geen last van stemmen. Dit is volgens klaagster juist een gevolg van de medicatie. Ze erkent dat ze een afwijkend eetpatroon heeft. ‘Ik eet veganistisch en eet ook heel weinig’ aldus klaagster. Ze ervaart last van bijwerkingen van de medicijnen zoals dikke voeten en benen, hartklachten en verminderde concentratie. Klaagster geeft aan vooral last te hebben van de dreiging.

 

In de tweede ronde benadrukt verweerder dat er in het kader van behandeling wel degelijk ook gesprekken gevoerd worden. De thuissituatie van klaagster is erg stressvol. Zij woont met haar zoon die problemen heeft. Vanuit haar angst gaat klaagster steeds verder in de controle. Dat levert een stressvolle dynamiek op aldus verweerder. Er zijn systeemgesprekken geweest maar omdat het toestandsbeeld van klaagster verslechterde lukte dat niet meer. Ook is er al 11 jaar een ervaringsdeskundige betrokken. Alles wordt momenteel belemmerd door het toestandsbeeld. Verweerder benoemt dat Pro Persona de verplichting heeft om klaagster goed te behandelen, ook al wil zij dat niet.

Naar aanleiding van een vraag van de commissie geeft klaagster aan dat haar bloedwaardes in het ziekenhuis goed waren. Ook had ze geen ijzertekort. Ze herkent zich niet in de diagnose schizofrenie. Ze heeft soms moeite met situaties maar daar is ze niet uniek in aldus klaagster.

 

           

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met een stoornis in het schizofreniespectrum met psychoses. Klaagster herkent zichzelf niet in dit beeld. Zij hoort stemmen die haar opdragen niet te eten, niet te drinken en niet te douchen waardoor vermagering en uitdroging ontstaan. Hierdoor is zij fysiek in een slechte conditie gekomen waardoor zij vanuit Pro Persona is opgenomen in ziekenhuis [naam]. Na twee weken opname in het ziekenhuis is klaagster terug opgenomen bij Pro Persona. Klaagster ervaart het als agressief om te dreigen met een injectie. Ze heeft geen medicatie nodig, alleen goede voeding en gesprekstherapie.

Verweerder geeft aan dat klaagster medicatie ontrouw is, waardoor het slecht gaat met haar.

Verweerder wil klaagster medicatie via depot toedienen om verder ernstig nadeel te voorkomen.

Door miscommunicatie is er geen schriftelijke aanzegging uitgereikt aan klaagster.

De beslissing verplichte zorg is wel mondeling met haar besproken zowel in het ziekenhuis [naam] als door verweerder zelf bij Pro Persona.

 

De commissie constateert dat de verplichte zorg voldoet aan de proportionaliteit, doelmatigheid, subsidiariteit en veiligheid die de Wvggz vereist. Medisch gezien een logische stap, ook gezien de voorgeschiedenis van klaagster. De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze niet voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld.

 

Op basis van formele gronden acht de klachtencommissie de klacht gegrond.

 

Het toegekende schorsingsverzoek was geldig tot aan de hoorzitting.

 

De tijdens de hoorzitting gedane verzoek om schadevergoeding wijst de commissie niet toe.

Door de schorsing is er geen aanvang gemaakt met de verplichte zorg.

 

 

Uitspraak

De klachtencommissie verklaart de klacht gegrond.

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten te Wolfheze, 1 februari 2022

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[Voorzitter]

Voorzitter Wvggz Klachtencommissie

Aantal bladzijden: 5