230406-14
Beslissing van de Klachtencommissie Patiënten Parnassia Groep op de klacht van:
NAAM,
geboren op DATUM, te PLAATS,
hierna: klager,
verblijvende bij INSTELLING,
bijgestaan door NAAM, patiëntenvertrouwenspersoon.
Als verweerders zijn aangemerkt:
NAAM, psychiater,
NAAM, directeur zorg,
hierna: de verweerders,
verbonden aan INSTELLING.
1. De procedure
Bij brief van DATUM heeft klager met bijstand van de patiëntenvertrouwenspersoon een klacht ingediend bij de Klachtencommissie Patiënten Parnassia Groep (de commissie). Het betreft een procedure op basis van artikel 10:3 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Bij de klacht heeft klager tevens op grond van artikel 10:11 Wvggz de commissie verzocht om schadevergoeding.
Klager heeft de commissie toestemming verleend om mede op basis van relevante stukken uit het dossier uitspraak te doen.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
– het klaagschrift van DATUM;
– de schriftelijke reactie op de klacht van DATUM;
– de schriftelijke reactie op het verzoek tot schadevergoeding van DATUM;
– de relevante stukken uit het dossier.
De klacht is behandeld op de zitting van de commissie op DATUM. Bij die gelegenheid zijn de volgende personen gehoord: klager, bijgestaan door de patiëntenvertrouwenspersoon, NAAM, NAAM en een coassistent.
2. De feiten
Op grond van de stukken en het verhandelde ter zitting, stelt de commissie de volgende feitelijke gang van zaken vast.
Bij beschikking van DATUM heeft de rechtbank PLAATS een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, daartoe overwegende dat het gedrag van klager leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op maatschappelijke teloorgang, de situatie dat klager met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
In de medische verklaring die aan voornoemde beschikking ten grondslag heeft gelegen staat vermeld dat klager chronisch psychotisch is. Naast deze stoornis is klager bekend met een stoornis in middelengebruik, wat zijn psychiatrische toestand negatief kan beïnvloeden.
Op DATUM heeft de behandelaar besloten tot het verlenen van verplichte zorg in de vorm van:
– Het toedienen van medicatie alsmede het verrichten van medische controles;
– Het beperken van de bewegingsvrijheid;
– Het onderzoek aan lichaam of kleding;
– Het onderzoek aan de woon- of verblijfsruimte op gedrag beïnvloedende middelen of gevaarlijke voorwerpen;
– Het opnemen in een accommodatie.
Door behandelaar wordt besloten en aan klager als bedoeld in art. 8:9 Wvggz medegedeeld, dat de toedieningsvorm van de verplichte medicatie op DATUM wordt gewijzigd; de antipsychotica zullen voortaan gemalen worden gegeven. De onderbouwing is gelegen in het toenemend psychotisch toestandsbeeld van klager en het vermoeden op het smokkelen met medicatie. Deze wijziging dient ter voorkoming van verder psychotisch decompenseren.
3. De klacht en het standpunt van klager
De klacht van klager richt zich tegen de beslissing van DATUM en specifiek tegen de toediening van medicatie met bijbehorende medische controles en de verplichte opname.
Klager wil dat het toedienen van medicatie per direct stopt, dat de opname op vrijwillige basis wordt gecontinueerd en dat hij zo snel mogelijk naar een begeleid woonvorm kan. Klager geeft aan niet te weten waarom hij medicatie krijgt, hoe lang dit nog moet duren en wanneer hij positief effect kan verwachten.
Door en namens klager wordt met betrekking tot de klacht, die ziet op de behandeling met medicatie, het volgende aangevoerd.
Klager bestrijdt de juistheid van de mededeling van de zorgverantwoordelijke dat hij baat heeft bij een behandeling met medicatie. Klager meent het omgekeerde: door de medicatie is hij niet staat om zijn eigen leven te leiden. Daarnaast ervaart klager bijwerkingen van de medicatie, zoals pijn in zijn rug en benen, versuffing, zich niet goed voelen en soms ook impotentie. Klager is een groot voorstander van natuurlijke medicatie als aloë vera, wiet en kruiden. Ook het onder frequente bloedcontrole staan, wordt door klager als zeer hinderlijk en belastend ervaren.
Klager is van mening dat de behandeling in de weg staat aan het werken aan de toekomst. Mede gelet hierop verzoekt de commissie hem een passende schadevergoeding toe te kennen.
4. Het standpunt van verweerders
Verweerders hebben het standpunt ingenomen dat aan de wettelijke criteria voor het verlenen van verplichte zorg is voldaan en dat het verzoek tot schadevergoeding moet worden afgewezen. Daartoe wordt het volgende aangevoerd.
Klager is bekend met schizofrenie en middelenmisbruik. Voorts is klager floride psychotisch, waarbij hij onder andere denkt dat verweerders hem XTC en cocaïne geven in plaats van zijn medicatie.
Klager is sinds DATUM opgenomen in kliniek NAAM, na overplaatsing vanuit kliniek NAAM, waar hij langdurig verbleef vanwege een psychotisch toestandsbeeld met daarbij maatschappelijke teloorgang en verbale agressie. Sinds JAARTAL is klager behandeld met Fluanxol depot, clozapine en wordt sinds DATUM een combinatie van clozapine Amisulpride gegeven.
Combinatietherapie is effectiever gebleken dan monotherapie met olanzapine of monotherapie met Amisulpride.
De communicatie met klager verloopt ook nu nog stroef, omdat klager het niet eens is met de behandeling en daarbij achterdochtig is naar de bedoelingen van het behandelteam. Hij vermoedt dat hem willens en wetens schade berokkend wordt door de behandeling en dat men achter zijn geld aanzit. Op de afdeling gaat het naar omstandigheden redelijk. Enkele maanden geleden nam klager zijn orale medicatie niet adequaat in. Sindsdien is ervoor gekozen om hem Amisulpride gemalen aan te bieden, zodat de kans op het niet adequaat innemen van medicatie wordt verkleind.
Ongeoorloofde afwezigheid bij verlof, het roken en blowen op de kamer, het mee naar binnen nemen van cannabis, het dealen op het terrein en het gebruik van harddrugs blijven aandachtspunten, hoewel op de achtergrond. Zonder anti-psychotische medicatie is er gevaar voor agressie naar anderen. Daarnaast is er op basis van het verleden gevaar voor seksuele ontremming en seksuele delicten. Tevens is te verwachten dat klager maatschappelijk teloorgaat zonder behandeling.
Er is geen ziekte-inzicht waardoor wisselende bereidheid tot inname en ernstige decompensatie bij weigeren medicatie. Er zijn geen minder ingrijpende alternatieven, de middelen staan in verhouding tot de ernst van het beeld. De middelen zijn doelmatig: klager is stabieler met medicatie en er is perspectief dat hij op termijn deels kan re-integreren in de maatschappij. Het is nog steeds aannemelijk dat zonder de gedwongen behandeling het gevaar dat door de psychische toestand veroorzaakt, niet binnen redelijke termijn kan worden weggenomen. Het behandeldoel bestaat uit het toewerken naar een nog stabielere toestand waarin het mogelijk is klager naar een begeleid woonvorm over te plaatsen.
Het gebruik van aloë vera sap als behandeling is een bekend verzoek. Er zijn aanwijzingen dat aloë-vera positieve effecten heeft op onder andere de bloedsuikerspiegel. Er zijn echter geen aanwijzingen dat er een adequate werking is tegen psychosen.
5. De beoordeling
Bij de beoordeling van de klacht stelt de commissie het volgende voorop. Uit het systeem van de Wvggz, in het bijzonder de artikelen 3:3 en 3:4 Wvggz, volgt dat de zorgverantwoordelijke een beslissing als bedoeld in artikel 8:9 Wvggz kan nemen indien het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel indien:
– er geen mogelijkheden zijn voor zorg op basis van vrijwilligheid;
– er voor betrokkene geen minder bezwarende alternatieven met het beoogde effect zijn;
– het verlenen van verplichte zorg, gelet op het doel van verplichte zorg evenredig is; en
– redelijkerwijs te verwachten is dat het verlenen van verplichte zorg effectief is.
Toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles
Klager kan zich niet verenigen met het toedienen van medicatie en de bijbehorende controles vanwege de bijwerkingen en hij van mening is dat het per direct moet stoppen.
De commissie overweegt als volgt. Indien sprake is van verzet, kan op grond van een hier aan de orde zijnde zorgmachtiging verplichte zorg worden verleend voor zover aannemelijk is dat het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De commissie is anders dan klager bepleit van oordeel dat, mede gelet op de beschikking van DATUM en de daaraan ten grondslag liggende medische verklaring, voldoende duidelijk geworden dat klager, die al geruime tijd bekend is binnen de geestelijke gezondheidszorg, lijdt aan een psychische stoornis die hem en een ander ernstig nadeel doet veroorzaken.
Uit de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht, volgt verder dat de toepassing van verplichte zorg in de vorm van het toedienen van medicatie doelmatig, proportioneel en noodzakelijk is ter afwending van ernstig nadeel. Door verweerder is aangevoerd dat aloë vera als doelmatig en volwaardig alternatief wetenschappelijk basis mist. De commissie ziet geen aanleiding hieraan te twijfelen.
Het gebruik van medicatie gaat weliswaar gepaard met negatieve bijwerkingen, hetgeen de commissie betreurt, maar deze wegen niet op tegen de positieve effecten daarvan; uit de stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat klager beter en stabieler functioneert onder de huidige psychiatrische behandeling, zoals ook in het verleden het geval was. Sinds enige tijd blijkt verbetering ook uit het feit dat klager weer naar de studio gaat om muziek te maken. Voorts ontstaan minder vaak conflicten en houdt klager zich beter aan de gemaakte afspraken. Zonder medicatie kan klager niet terugkeren naar de maatschappij. In tegenstelling tot hetgeen klager betoogt ziet de commissie, hoewel in kleine stappen, wel degelijk dat de psychische toestand van klager stabieler wordt.
Ten aanzien van de medische controles overweegt de commissie als volgt. Op DATUM is op grond van art. 8:9 Wvggz door de behandelaar besloten de medicatie voortaan gemalen aan te bieden ter garantie van inname. Van klager is bekend dat hij geen medicatie wil en smokkelt hij geregeld met de inname daarvan. De commissie is van oordeel dat voldoende is aangetoond dat de medische controles onvermijdelijk zijn zodat gemonitord kan worden dat de spiegels een therapeutische hoogte houden.
Gelet op voorgaande overwegingen is de commissie van oordeel dat aan de wettelijke criteria voor het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles is voldaan. De klacht zal aldus ongegrond worden verklaard.
Opnemen in een accommodatie
De commissie is van oordeel dat uit de stukken en het verhandelde ter zitting voldoende is gebleken dat het ernstig nadeel niet anders dan met een verplichte opname in de accommodatie afgewend kan worden nu door verweerder in voldoende mate aannemelijk is gemaakt dat nog steeds sprake is van ongeoorloofd verlof en gebruik en dealen van (hard)drugs. De commissie laat bovendien het gebrek aan ziektebesef- en inzicht meewegen. Dit klachtonderdeel is derhalve ongegrond.
Hier wenst de commissie de volgende procedurele vingerwijzing aan toe te voegen. In de uitspraak van de klachtencommissie van DATUM werd reeds gewezen op het onvolledige zorgplan door ontbreken van een notitie over het medicatiebeleid. Ter zitting werd naar voren gebracht dat het zorgplan nog steeds niet voldoet aan de eisen van art. 5.14 lid Wvggz hetgeen door verweerder werd beaamd en de belofte werd uitgesproken het zorgplan meteen aan te passen.
Nu klager dit formele gebrek in de onderhavige procedure niet als klachtgrond heeft ingebracht, volstaat de commissie met de constatering hiervan.
Schadevergoeding
Nu de klacht over het verlenen van verplichte zorg ongegrond is verklaard, is er geen grondslag voor een vordering tot schadevergoeding en is er geen plaats voor het toekennen daarvan. Het verzoek wordt derhalve afgewezen.
6. Beslissing
De Klachtencommissie Patiënten Parnassia Groep:
– verklaart de klacht op alle onderdelen ongegrond;
– verklaart het verzoek om schadevergoeding niet-ontvankelijk.
Deze beslissing is op DATUM gegeven door mr. NAAM, voorzitter, drs. NAAM, psychiater, drs. NAAM, psycholoog, bijgestaan door mr. NAAM, ambtelijk secretaris, en vastgesteld op DATUM.
mr. NAAM mr. NAAM
Voorzitter Ambtelijk secretaris
De voorzitter is verhinderd de uitspraak de ondertekenen.