Ongegronde klacht over opname


Klachtencommissie GGZ Amsterdam en omstreken    

Betreft: BESLISSING

Inzake: de klacht van mevrouw A., gedateerd 24 augustus 2023, bij de klachtencommissie binnengekomen op 24 augustus 2023 nummer 2308-109

Datum: 4 september 2023

Inleiding

De klachtencommissie is op 4 september 2023 bijeengekomen ter behandeling van de klacht van mevrouw A., gedateerd 24 augustus 2023, bij de klachtencommissie binnengekomen op 24 augustus 2023.

Het betreft een procedure op grond van artikel 10:3 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). 

Aanwezig

Klager: mevrouw A.;
bijgestaan door: de heer B., patiëntenvertrouwenspersoon (pvp).

Instelling: mevrouw C., psychiater FACT-team;
mevrouw D., specialist ouderengeneeskunde, locatie E..

Klachtencommissie: mevrouw X, voorzitter, jurist;
mevrouw X, lid, psychiater;
mevrouw X, lid, voorgedragen door de Cliëntenraad.

Ambtelijk secretaris: mevrouw X.

Stukken

De klachtencommissie, hierna te noemen de commissie, heeft bij de behandeling van de klacht de beschikking gehad over de volgende stukken:

  1. het klaagschrift;
  2. het verweerschrift;
  3. gegevens uit het medisch/verpleegkundig dossier van mevrouw A..

Samenvatting

De klacht houdt zakelijk samengevat in dat klaagster zich niet kan vinden in het besluit tot opname in een accommodatie. De commissie komt tot het oordeel dat de klacht ongegrond is. 

De feiten en omstandigheden

Bij Kennisgeving mondelinge uitspraak verplichte zorg Wvggz van 23 augustus 2023 heeft de Rechtbank F. (hierna: de rechtbank) ten aanzien van mevrouw A. een  zorgmachtiging verleend voor – onder andere – het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie (de laatste twee voor telkens maximaal vier maanden), voor de duur van zes maanden, dus tot en met 23 februari 2024.

Overeenkomstig artikel 8:9 lid 2 Wvggz is mevrouw A. op 23 augustus 2023 door de zorgverantwoordelijke schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot het verlenen van verplichte zorg op grond van de zorgmachtiging. In de schriftelijke kennisgeving is onder meer ‘het toedienen van medicatie, het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie’  aangekruist als de aan haar te verlenen vormen van verplichte zorg. 

De beslissing van 23 augustus 2023 vermeldt dat het verlenen van verplichte zorg noodzakelijk is omdat bij mevrouw A. sprake is van een psychotische ontregeling, waarbij het ernstig nadeel niet anders af te wenden is dan door middel van een opname. De bewegingsvrijheid zal geleidelijk worden uitgebreid op geleide van het psychiatrisch beeld. Door de psychotische ontregeling te behandelen met medicatie kan de opname zo kort mogelijk worden gehouden. Eerder is medicamenteuze behandeling ook effectief geweest in het verminderen van psychotische symptomen,  aldus de zorgverantwoordelijke. 

De behandelaar komt in deze beslissing tot het oordeel dat mevrouw A. wilsbekwaam is ter zake van het nemen van beslissingen over de zorg die zij nodig heeft, maar dat tevens sprake is van acuut levensgevaar voor mevrouw A. zelf, ernstig nadeel voor anderen of gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen. 

Mevrouw A. is vervolgens op 23 augustus 2023 opgenomen op de afdeling G. in kliniek E., een instelling van H. in J. (hierna: de instelling). 

De klacht

De klacht van mevrouw A. richt zich tegen de beslissing van de instelling om haar op te nemen in een accommodatie. 

Schorsingsverzoek 

Mevrouw A. heeft de commissie (ook telefonisch) verzocht de bestreden beslissing te schorsen. 

Naar het oordeel van de commissie heeft de instelling vervolgens voldoende aannemelijk gemaakt dat  de uitvoering van de beslissing tot opname in de instelling niet geschorst kon worden. De commissie heeft dan ook geen aanleiding gezien het schorsingsverzoek in te willigen en heeft daarop in een aparte beslissing, gedateerd 28 augustus 2023, het schorsingsverzoek afgewezen.

Het standpunt van klager

Mevrouw A. zegt dat zij niet opgenomen wil zijn en graag naar huis wil. De opname is volgens haar niet nodig.  Ook vindt zij het eten in de instelling te weinig en niet lekker. Zij heeft allerlei pijnen en daarbij helpt het niet dat zij hier steeds een afstand moet overbruggen van en naar de eetzaal. Thuis heeft ze daarentegen al haar spulletjes bij de hand. Ook vindt mevrouw A.  de afdeling te rumoerig en onrustig. Ze heeft daar last van. Bovendien heeft mevrouw A. thuis een buurvrouw van 90 jaar voor wie ze moet zorgen.

Het standpunt van verweerder

De behandelaars hebben zich – kort gezegd – op het standpunt gesteld dat een opname in de instelling volstrekt noodzakelijk is ter afwending van ernstig nadeel. Het navolgende is aan dit standpunt ten grondslag gelegd. 

Uit het verweerschrift en uit hetgeen ter zitting besproken is, blijkt dat mevrouw A. bekend is met een chronisch psychotisch toestandsbeeld (diepgewortelde grootheidswanen) in het kader van schizofrenie van het paranoïde type. Vanuit haar wanen probeert zij contact te krijgen met het koningshuis of de premier. Politie K. zegt dat mevrouw A. zich regelmatig rond de ministeries begeeft of tracht de ministerraad binnen te stappen. Aldaar probeert zij mensen aan te klampen en maakt een apert verwarde indruk. Mevrouw A. staat onder toezicht van de veiligheidsdiensten in Nederland.

Mevrouw A.  is in behandeling bij het FACT-team L., maar houdt thuis de zorg af. Zij gebruikt al langere tijd geen antipsychotische medicatie meer. Zij is in het verleden regelmatig opgenomen geweest. Zij is in beeld bij de politie omdat ze ministers lastig valt. Zij zoekt bijvoorbeeld premier Rutte op en pakt hem dan bij zijn arm om met hem te kunnen praten. In het voorjaar van 2023 is mevrouw A. naar Indonesië gereisd. Zij zou daar voor langere tijd heen gaan. In Indonesië heeft zij echter haar antipsychotische medicatie niet geslikt, en zij is berooid en voortijdig naar Nederland teruggekeerd. Zij heeft waarschijnlijk in Indonesië al haar geld weggegeven. 

Op 2 augustus 2023 heeft de onafhankelijk beoordelaar mevrouw A. thuis bezocht ten behoeve van een beoordeling voor een zorgmachtiging. Deze afspraak was van tevoren met haar besproken. Bij het huisbezoek was zij thuis en zag zij de psychiater voor de deur staan, maar deed ze de deur niet open. Ze nam de telefoon ook niet op. Op 3 augustus nam zij wel de telefoon op, en gaf zij aan geen gesprek over de zorgmachtiging  te willen voeren en hiervoor niet thuis te willen worden bezocht. Telefonisch heeft zij de psychiater nog wel verder te woord gestaan. Zij zei onder meer dat een zorgmachtiging helemaal nergens voor nodig is, dat haar dossier is afgesloten en ze van een rechter toestemming heeft om naar Indonesië te gaan. Ze wilde zeker niet meer worden opgenomen. Dat was in het verleden gebeurd en toen mocht ze niet naar buiten om boodschappen te doen. Ze vond het toen ook vies op de afdeling. 

Volgens de zorgverantwoordelijke zegt mevrouw A. de laatste reïncarnatie van Jezus te zijn. Jezus is volgens haar de alfa en de omega, de eerste en de laatste, en als zij doodgaat dan vervalt de beschaving. Zij voelt dat haar einde eraan komt, ze heeft steeds meer lichamelijke klachten. Ze merkt aan de orkanen en andere natuurrampen dat het einde der tijden nadert. Mevrouw A. is van mening dat zij  binnenkort een afspraak met de minister heeft voor financiële hulp. Ook vertelt ze van plan te zijn weer naar Indonesië te gaan; daar vindt ze het fijn en de mensen zijn aardig. Ze vertelt desgevraagd dat de overbevolking een groot probleem is, daarom moeten er geen nieuwe kinderen bij komen. Ook zou het volgens haar goed zijn als jongetjes gecastreerd worden, en meisjes besneden worden en hun eierstokken worden verwijderd. Zij vertelt hoe in Afrika meisjes worden besneden en dat dit veel problemen oplost. Bij psychiatrisch onderzoek is sprake van grootheidswanen en paranoïde wanen. Ook is sprake van desorganisatie. 

Met mevrouw A.  is bij herhaling het doel van de opname besproken. Dit is namelijk:

  1. toename van het gewicht en herstel van de gezondheid en conditie van mevrouw A.;
  2. herstart met een antipsychoticum in onderhoudsbehandeling;
  3. het opzetten van (financiële) bescherming (bewindvoering).

De behandelaars hopen met de herstart van het antipsychoticum (Acemap) dat mevrouw A. momenteel vrijwillig inneemt, dat haar manier van optreden en de drang die zij heeft vanuit haar waangedachten snel zal verminderen, zodat zij verder ambulant behandeld kan worden en het ernstig nadeel afgewend kan worden.

Overwegingen en oordeel

Mevrouw A. stelt zich, gelet op de ter zitting gegeven toelichting, voor zover van belang en naar de commissie begrijpt, op het standpunt dat een behandeling met een opname niet nodig is en dat zij niet lijdt aan een stoornis van de geestvermogens.

Onder de Wvggz kan, indien sprake is van verzet, op grond van een crisismaatregel, machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel of zorgmachtiging, niettemin verplichte zorg worden verleend voor zover aannemelijk is dat – eenvoudig gezegd – het gedrag van een persoon als gevolg van zijn psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. De verplichte zorg dient doelmatig te zijn en in verhouding te staan tot het te bereiken doel. Ook mag er geen minder belastend alternatief beschikbaar zijn. Deze behandeling dient blijkens het gestelde in artikel 8:9 Wvggz, plaats te vinden krachtens een schriftelijke en gemotiveerde beslissing van de zorgverantwoordelijke. 

Bovenstaand in acht nemend overweegt de commissie als volgt. 

Uit de overgelegde stukken is volgens de commissie gebleken dat mevrouw A. lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofrenie van het paranoïde type. Hoewel mevrouw A. de stoornis ontkent, heeft de commissie geen reden te twijfelen aan deze op medisch deskundig psychiatrisch onderzoek gebaseerde diagnose. 

Er is sprake van een groot risico op ernstig psychisch letsel van mevrouw A. zelf, ernstig lichamelijk letsel van mevrouw A. of anderen, maatschappelijke teloorgang en op de situatie dat mevrouw A. met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept indien geen verbetering in het toestandsbeeld van mevrouw A. optreedt. Daarmee staat voor de commissie vast dat het gedrag van mevrouw A. als gevolg van haar psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Ter afwending van dit ernstig nadeel heeft mevrouw A. zorg nodig.

De commissie is verder van oordeel dat de behandelaars in redelijkheid hebben kunnen beslissen dat het ernstig nadeel niet zonder opname in de instelling (en toediening van antipsychotische medicatie) kan worden afgewend en dat deze vorm van verplichte zorg evenredig en naar verwachting effectief is.

Het geheel overziend is de commissie van oordeel dat de klacht ongegrond moet worden verklaard. 

Beslissing

De commissie: 

  • verklaart de klacht ongegrond.

Deze beslissing is op 5 september 2023  telefonisch aan betrokkenen meegedeeld.
De schriftelijke beslissing is op 7 september aan betrokkenen verzonden.