Uitspraak Wvggz verplichte medicatie


Het verloop van de procedure

  • Klager heeft op 5 juni 2023 bij de klachtencommissie een klaagschrift ingediend over het op hem toepassen van verplichte zorg;
  • De klacht betreft de beslissing tot het toepassen van verplichte zorg (medicatie) door een zorgverantwoordelijke van Emergis. Hierop is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (verder Wvggz) van toepassing;
  • Klager is ontvankelijk in zijn klacht;
  • Verweerder is in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen;
  • Het verweerschrift van verweerder is op 13 juni 2023 ontvangen en meteen verstrekt aan klager;
  • Klager heeft ook gevraagd de dwangmedicatie te schorsen. Dat verzoek is op 5 juni 2023 to Die beslissing is dezelfde dag aan klager medegedeeld;
  • De klacht is behandeld op 15 juni 2023, waarbij klager, ondersteund door de PVP, en verweerder aanwezig waren;
  • De commissie heeft de beslissing op schrift gesteld op 15 juni 2023.

 

De vaststaande feiten

1

Klager is op 19 mei 2023 in Emergis opgenomen met een crisismaatregel van de burgemeester te Goes. Door de rechtbank is op 22 mei 2023 een machtiging gegeven tot voortzetting van de crisismaatregel. Daarin is opgenomen:

“Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en disruptieve, impulsbeheersings- en andere gedragsstoornissen. Uit de medische verklaring en hetgeen de arts tijdens de mondelinge behandeling heeft toegelicht, blijkt dat betrokkene bekend is met schizofrenie en dat op dit moment sprake is van psychotische ontregeling met catatonische kenmerken.”

De rechtbank heeft ook in de machtiging geoordeeld, dat (onder andere) verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden.

2

Op 2 juni 2023 heeft verweerder besloten tot verlenen van verplichte zorg (art. 8:9 Wvggz) bestaande uit het toedienen van verplichte medicatie. Dit zal verder de Beslissing worden genoemd.
In de Beslissing is opgenomen waarom verplichte medicatie wordt toegediend:

“Vanaf 06-06-2023 wordt er gestart met verplichte medicatie cisordinol. Gedurende opname zijn er psychotische kenmerken geobjectiveerd. Het starten van verplichte medicatie is noodzakelijk om psychotische decompensatie en maatschappelijke teloorgang te behandelen. Tevens is eer sprake van beperkte samenwerking. U bent meermaals zeer afwerend in contact en loopt u weg als desbetreffende psychiater u wil spreken.”

Verder is in de Beslissing over de wilsbekwaamheid opgenomen:

“Ik vind dat u niet kunt opkomen voor uw belangen ten aanzien van de zorg die aan u gegeven dient te worden.

Toelichting: U heeft geen ziekte-besef en ziekte-inzicht van uw psychiatrisch toestandsbeeld. Vanuit uw psychotisch toestandsbeeld lukt het u niet helpende en gezonde keuzes te maken die passend zijn bij uw situatie*. Tevens is er sprake van beperkte samenwerking. U bent meermaals zeer afwerend in contact en loopt u weg als desbetreffende psychiater u wil spreken. U weigert (bijna) alle hulp. Mijns inziens is er sprake van oordeels- en kritiekstoornissen.”
* De cursieve woorden zijn toegevoegd door de klachtencommissie.

De standpunten

1.
Klager heeft een klacht ingediend over de Beslissing van verweerder om verplichte medicatie toe te passen. Klager is het daar niet mee eens, omdat hij niet psychotisch is. Op 4 juni 2023 heeft hij vrijwillig cisordinol-druppels genomen, waardoor hij zich beroerd voelt, hij zich niet kan concentreren, hij zich niet zichzelf voelt, hij niet goed kan praten en hij zich supervermoeid voelt. Om die reden wil hij geen medicatie meer nemen.
2.
Verweerder heeft in haar verweerschrift geschreven, dat klager wél psychotisch is en heeft daartoe verwezen naar de in de medische verklaring die is opgemaakt ten behoeve van de crisismaatregel. Die medische verklaring is opgesteld door een onafhankelijk psychiater die daarin heeft aangegeven dat er sprake is van een psychotisch toestandsbeeld met catatonie.
Voorts heeft zij beargumenteerd waarom cisordinol moet worden toegediend. Dat is omdat er al vanaf 2019 bij hem is gewerkt met een cisordinol depot en dat dat goed bij hem aansloeg. Het zich gedempt voelen, is een bekende bijwerking van dat medicijn. Een mogelijk ander antipsychoticum inzetten is niet mogelijk, omdat er met hem niet over is te praten.
Er is voorts voldaan aan de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, doelmatigheid en veiligheid terwijl er ook is voldaan aan het uitgangspunt van het ultimum remedium.
3.
Tijdens de hoorzitting heeft klager nogmaals betwist dat er sprake is van een psychotisch toestandsbeeld. Hij heeft erkend dat hij belevingen heeft die niet normaal zijn, maar dat betekent niet dat hij psychotisch is.
Voorts heeft hij aangevoerd, dat hij in het verleden cisordinol heeft gebruikt, maar dat dat niet goed werkte. Dat heeft hij nooit verteld.
Hij heeft gewoon een rustige omgeving nodig om toe te komen aan het verwerken van zijn verdriet. Door het gebruik van medicatie voelt hij zijn verdriet niet en kan hij het niet verwerken. Voor het verwerken van zijn verdriet wil hij wel hulp van Emergis.

4.
De PVP heeft ter zitting aangevoerd, dat klager er nu anders bij zit dan tijdens de opname. Klager heeft therapie nodig, geen medicatie. Er moet een maatschappelijk plan komen waarin hulp moet worden geregeld om de problemen thuis op te lossen.
Voorts heeft de PVP aangevoerd, dat in de Beslissing de wilsonbekwaamheid onvoldoende is gemotiveerd. Onvoldoende ziektebesef en ziekte-inzicht zijn onvoldoende argumenten voor die conclusie.
Tot slot heeft de PVP er aandacht voor gevraagd dat volgende week de zitting voor de zorgmachtiging plaatsvindt. Bij een ongegrondverklaring van de klacht moet er voor worden gewaakt, dat er medicatie wordt toegediend die nog niet zal zijn uitgewerkt op het moment dat mogelijk wordt besloten tot het niet verlenen van de zorgmachtiging.
5.
Verweerder heeft erop gewezen, dat klager al vanaf 2011 met psychiatrische problematiek kampt. De huidige opname helpt om tot rust te komen en dat zal klager ook helpen om zijn verdriet te verwerken. Maar vanwege die langdurige problematiek waarbij ingrijpen steeds nodig is geweest, moet er ook behandeld worden met medicatie.

Overwegingen  van de klachtencommissie

1.
De rechtbank heeft in haar beschikking overwogen, dat klager lijdt aan psychische stoornissen en dat er sprake is van psychotische ontregeling.
De klachtencommissie neemt die uitspraak als uitgangspunt, en wijkt daar alleen van af indien daar goede argumenten voor worden gegeven.
Klager heeft in dat verband aangevoerd, dat hij weliswaar abnormale belevingen heeft, maar dat dat los staat van psychische stoornissen en psychotische ontregeling.
Die argumentatie vindt de klachtencommissie onvoldoende. Dit geldt te meer omdat klager al vanaf 2011 bekend is met psychiatrische problematiek. De door klager genoemde abnormale belevingen passen veeleer bij de door opvolgende psychiaters geconstateerde psychische stoornissen en psychotische ontregeling.
In de verpleegkundige rapportage is te lezen dat klager monsters ziet en stemmen hoort die hem opdrachten geven, waaronder het vermoorden van zijn moeder. Dit duidt op een psychose. Ook op de afdeling vertoonde klager nog psychotisch gedrag, zoals het ineen gedoken op bed liggen om al het kwaad buiten te houden.
2.
Gelet op de hiervoor genoemde diagnose, het gedrag van klager en zijn ziektegeschiedenis, ligt een behandeling van hem voor de hand.
Klager zelf ziet dat anders. Hij ziet van zichzelf wel dat hij vreemde belevenissen heeft, maar ontkent dat dit iets met zijn psychiatrisch toestandsbeeld te maken heeft. Bij hem lijkt ziektebesef en ziekte-inzicht te ontbreken, waardoor hij geen goede keuzes over zijn behandeling kan maken. En het lukt ook niet om dat samen met de behandelaar te doen. Daarom heeft de behandelaar hem naar het oordeel van de commissie met recht wilsonbekwaam kunnen achten voor wat zijn behandeling betreft.
3.
Bij de opname was klager er ernstig aan toe. Hij had waanbeelden en hij hoorde stemmen die hem levensgevaarlijke opdrachten gaven. Inmiddels lijkt het nu wat beter te gaan, maar er is nog steeds vreemd gedrag. Bovendien is de huidige verbetering nog erg pril en vanwege het langdurig psychiatrisch verleden kan daar nu niet op worden voortgeborduurd en worden gewacht met een behandeling met medicatie. Behandeling is nodig in verband met ernstig dreigend nadeel ten gevolge van zijn psychische stoornis.

4.
In het verleden is eerder gewerkt met cisordinol en dit middel is toen bij effectief gebleken.
Klager heeft aangegeven, dat hij nadelige effecten ervaart van dat middel. Deze effecten zijn bekend en zijn passend bij dit middel. Dat laatste wil niet zeggen, dat er dan niet omgekeken moet worden naar een alternatief. Als er een alternatief middel is, dan moet worden onderzocht of dat middel kan worden ingezet. Daarvoor is dan weer wel een zekere medewerking van klager nodig. Er zal dan namelijk gewerkt moeten worden met orale kortdurende medicatie om te onderzoeken welke werking dat heeft. Maar klager staat daar niet echt voor open. Aanvankelijk meed hij alle contact met de behandelaar.
Op 9 juni 2023 was er wel een gesprek mogelijk maar kon hierover niet worden gesproken.

Het door klager genoemde effect van cisordinol is voor hem onwenselijk, maar ook weer niet van dien aard, dat het onveilig en onverantwoord is om toe te passen.
De verplichte zorg in de vorm van het toedienen van medicatie is onder deze omstandigheden zowel proportioneel, als subsidiair en doelmatig en veilig.

5.
Het voorgaande leidt ertoe, dat verweerder in redelijkheid haar Beslissing heeft kunnen geven. De klacht zal dan ook ongegrond worden verklaard.
Dat zal de weg openen om te starten met behandeling met medicatie. De klachtencommissie ziet het niet als haar taak om de behandelaar instructies te geven over de start van de behandeling met het toedienen van medicatie terwijl op korte termijn wordt besloten over het al dan niet verlenen van een zorgmachtiging.

6.
Klager heeft te kennen gegeven dat hij een goede plek heeft in Emergis en dat hij hier graag behandeling krijgt voor zijn trauma’s en dat hij geen behandeling wenst met medicatie. De klachtencommissie wil daarover nog kwijt, dat normaliter de behandeling met medicatie de weg vrij maakt om het onverwerkte verdriet onder ogen te zien en te verwerken.

Beslissing

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus besloten en op schrift gesteld op 16 juni 2023,

namens de klachtencommissie,