Uitspraak WvGGZ verplichte zorg


Het verloop van de procedure

  • Klager heeft op 28 juni 2023 bij de klachtencommissie een klaagschrift ingediend over het op hem toepassen van verplichte zorg;
  • De klacht betreft de beslissing tot het toepassen van verplichte zorg (medicatie) door een zorgverantwoordelijke van Emergis. Hierop is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (verder WvGGZ) van toepassing;
  • Klager kan daarover klagen en hij is ontvankelijk in zijn klacht;
  • Verweerder is in de gelegenheid gesteld om een verweerschrift in te dienen;
  • Het verweerschrift is op 5 juli 2023 ontvangen en op dezelfde dag gemaild naar betrokkenen;
  • Klager heeft ook gevraagd de dwangmedicatie te schorsen. Dat verzoek is op 29 juni 2023 afgewezen. Die beslissing is dezelfde dag aan klager medegedeeld;
  • De klacht is behandeld op 6 juli 2023, waarbij klager, ondersteund door de PVP, en verweerder in persoon aanwezig waren;
  • Ter zitting heeft klager aangegeven het verweerschrift niet te hebben ontvangen. In verband daarmee is de zitting kort onderbroeken voor een leespauze;
  • Naar aanleiding van het verweerschrift, waarin staat dat XXX niet was betrokken bij de beslissing waarover wordt geklaagd, is de klacht tegen hem ingetrokken;
  • De commissie heeft de beslissing op schrift gesteld op 10 juli 2023.

 Vaststaande feiten

  1. De burgemeester van Goes heeft op 17 mei 2023 een crisismaatregel genomen, bestaande uit verplichte zorg, om onmiddellijk dreigend nadeel weg te nemen dat wordt veroorzaakt door klager als gevolg van psychische stoornis.
  2. De rechtbank heeft bij beschikking van 22 mei 2023 de voortzetting van de crisismaatregel gelast tot en met 12 juni 2023. In die beschikking is opgenomen, dat het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Verder overweegt de rechtbank dat betrokkene eerder is gediagnostiseerd met schizofrenie. Betrokkene vertoont een psychotisch toestandsbeeld waarbij sprake is van paranoïde, betrekking-, beïnvloeding- en grootheidswanen. Op dit moment is sprake van een psychotisch toestandsbeeld met manische kenmerken. De rechtbank heeft geoordeeld dat (onder andere) verplichte zorg in de vorm van toedienen van medicatie noodzakelijk is.
  3.  Op 23 juni 2023 heeft de rechtbank een zorgmachtiging gelast voor de duur van 6 maanden. In die beschikking van de rechtbank is opgenomen, dat verplichte zorg in de vorm van verplichte medicatie is toegestaan.
    Op 17 mei 2023 heeft verweerder besloten tot verlenen van verplichte zorg (artikel 8:9 WvGGZ) bestaande uit het toedienen van verplichte medicatie. Dit zal verder de Beslissing worden genoemd. In de Beslissing staat dat antipsychotica wordt gegeven omdat klager psychotisch is.

In het verleden heeft klager Olanzapine gebruikt. Dit middel is bij opname weer gebruikt, maar omdat het nu niet werkte – aldus verweerder – is in overleg met klager gekozen voor een ander medicijn, te weten Cisordinol.

De standpunten

De standpunten

1.Klager heeft geklaagd over verweerder, omdat zij hem verplichte zorg heeft aangezegd. Klager heeft aangevoerd dat hij geen psychose heeft, maar posttraumatische stressstoornis (PTSS). Verplichte medicatie met een antipsychoticum is dus onjuist. Bovendien ervaart hij er slaapproblemen door.

2.Verweerder heeft in haar verweerschrift geschreven, dat de Beslissing is gebaseerd op de zorgmachtiging van 23 juni 2023.

Zij heeft aangevoerd dat er is voldaan aan de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, effectiviteit en veiligheid.

Voor wat betreft de proportionaliteit is verwezen naar de ziektegeschiedenis van klager en de politie-mutaties die over klager in het recente verleden zijn opgemaakt, waarbij het laatste incident, zijn langdurig op het dak vluchten met bedreigingen en overlast voor de buurt, heeft geleid tot zijn opname.

Door zijn agressie en dreigende maatschappelijke teloorgang was medicatie (en opsluiting) de enige oplossing. Daardoor is voldaan aan het subsidiariteitsvereiste.

Ook is medicatie effectief gebleken in het verleden.

Tot slot komt een en ander de veiligheid van de omgeving ten goede, omdat klager met de medicatie beter functioneert. Slaapproblemen passen bij de toegepaste medicatie.

3. Ter zitting heeft klager aangegeven dat hij toch echt PTSS heeft en dat hij al die jaren ten onrechte het etiket heeft gekregen van schizofrenie. Daar heeft zijn stiefvader een kwalijke rol in gespeeld.
Klager heeft ook aangegeven, dat ook de rechtbank niet met zekerheid spreekt over schizofrenie. De rechtbank heeft het namelijk over een vermoeden.
Klager wil een second opinion en hij wil dat een onafhankelijk psychiater hem onderzoekt, zodat duidelijk wordt dat hij lijdt aan PTSS en niet aan schizofrenie

4.Verweerder heeft op vragen van de commissie aangegeven, dat haar Beslissing niet is gebaseerd op de zorgmachtiging van 23 juni 2023, maar op de crisismaatregel van 17 mei 2023.
Gevraagd naar de diagnose, heeft zij gezegd, dat de hoofddiagnose schizofrenie is en dat zij niet uitsluit, dat er ook nog een PTSS speelt. In de behandeling wordt in eerste instantie de psychose aangepakt, waarna er rust zal komen, waardoor ook andere problematiek duidelijk kan worden en kan worden behandeld.
Verweerder heeft ervaren, dat de toestand van klager al fors is verbeterd, hetgeen zij toeschrijft aan de gegeven medicatie.

Ten aanzien van het criterium van de veiligheid heeft zij aangegeven, dat de slapeloosheid wellicht tijdelijk is. Dat krijgt aandacht.

Wat de second opinion betreft heeft verweerder aangegeven dat zij daaraan wil meewerken en dat zij aan klager heeft gevraagd welke voorkeur hij heeft voor bijvoorbeeld het in te schakelen ziekenhuis. Zij heeft daar geen antwoord op gekregen. De huidige behandelaar is dokter XXXX en die zal eveneens meewerken aan zo’n second opinion.

5.De PVP heeft geen procedurele opmerkingen. Wel heeft hij extra aandacht gevraagd voor de second opinion. Hij heeft de suggestie gedaan om dat bijvoorbeeld te laten lopen via de huisarts of via de zorgverzekeraar.

Overwegingen van de commissie

1. De Beslissing is gebaseerd op de door de burgemeester van Goes gegeven crisismaatregel. In die crisismaatregel staat dat gedwongen medicatie was toegestaan. De directe aanleiding bleek het incident te zijn, waarbij klager op 17 mei 2023 langdurig op het dak van zijn woning zat. Ofschoon klager dat ontkent en nu zegt dat hij daar is gaan zitten om na te denken en afstand van zijn buren te nemen, is dat toch echt wel psychotisch gedrag geweest. En dat psychotisch gedrag heeft ook verweerder geconstateerd bij haar eerste ontmoeting met klager bij de opname.

Weliswaar schrijft de rechtbank (slechts) dat er het ‘vermoeden’ is van een bepaalde psychische stoornis, maar de rechtbank is wel stellig in haar oordeel dat er sprake is van een psychotisch toestandsbeeld.

De klachtencommissie stelt niet zelfstandig een diagnose, maar gelet op wat er is geconstateerd en in combinatie met de ziektegeschiedenis, heeft verweerder in redelijkheid de diagnose van schizofrenie kunnen stellen. Maar gesteld dat dit toch een onjuiste diagnose zou zijn, dan blijven we nog zitten met het psychotisch toestandsbeeld, wat toch echt behandeld moest worden met antipsychotica, zoals in de Beslissing is beschreven.

Verweerder heeft daarbij de beginselen van proportionaliteit, subsidiariteit, effectiviteit en veiligheid in acht genomen, gelet op wat zij daarover heeft geschreven en toegelicht.

Dus is het handelen van verweerder niet onjuist geweest.

2.Tijdens de zitting is gebleken, dat verweerder en haar collega die opvolgend behandelaar is, willen meewerken aan een second opinion. En dat is terecht; klager heeft daar namelijk recht op. Met de uitkomst daarvan zal dan rekening gehouden moeten worden, hetgeen de behandeling ten goede zal kunnen komen. Het verdient aanbeveling om klager bij dat traject enige begeleiding aan te bieden, omdat hij wel graag die second opinion wil, maar desalniettemin daar nog geen stap in heeft gezet.

3.Het voorgaande leidt ertoe, dat verweerder niet onjuist heeft gehandeld en dat de klacht ongegrond moet worden verklaard.

Beslissing

De klachtencommissie verklaart de klacht ongegrond.

Aldus besloten en op schrift gesteld op 10 juli 2023,

namens de klachtencommissie,